Eind juni werd maar liefst 210 miljoen euro uit het Nationaal Groeifonds toegekend aan de uitvoering van het Maritiem Masterplan voor de ontwikkeling van ongeveer 40 klimaatneutrale schepen. De subsidieregeling wordt vanaf het tweede kwartaal in 2024 opengesteld. Dat is belangrijk, want sinds 1 januari 2024 is ook het Europese emissiehandelssysteem EU-ETS van kracht voor de zeevaart. Voor de laatste voorbereidingen ging de KVNR in het najaar het land in voor informatiebijeenkomsten met de leden over de invoering van EU-ETS.
Daarmee liggen er dus krachtige prikkels om de vergroening van de Nederlandse vloot de komende jaren te versnellen. Ondanks de mooie toekenning van gelden voor de uitvoering van het Maritiem Masterplan, wordt aan de ‘CO2-kant’ vanaf 2024 wel fors meer betaald voor zeetransport, juist door die ETS-verplichting. De KVNR zet zich aanvullend dan ook in voor een herinvestering van de EU-ETS-gelden voor een schone scheepvaart. Ook zal de KVNR blijven pleiten voor het verlagen van de drempelwaarde van 5.000 GT naar 400 GT.
Op het vlak van mondiale klimaatactie werd in juli 2023 een historisch akkoord bereikt. De verschillende landen in de Internationale Maritieme Organisatie van de VN kwamen een herziening overeen van de doelstellingen voor de reductie van broeikasgassen door de sector: netto nul uitstoot in of nabij 2050. Wat de KVNR betreft een goed resultaat dat internationaal het gelijke speelveld bevordert: iedereen moet aan het werk!
De steeds groenere en efficiëntere voortstuwing van zeeschepen is afhankelijk van de beschikbaarheid van voldoende groene energiedragers. In 2023 was de KVNR daarom nauw betrokken bij de ontwikkeling van een ‘Roadmap Brandstoftransitie’ onder regie van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De KVNR is ervan overtuigd dat er niet één silver bullet is, maar dat er meerdere oplossingen zullen zijn voor de diverse type schepen in verschillende marktsegmenten. Daarbij moet volgens de KVNR nadrukkelijk ook de toepassing van kernenergie worden onderzocht.
Naast alle aandacht voor nieuwbouw en aanpassing van bestaande schepen moet, in het kader van klimaat en milieu, ook aandacht zijn voor het proces van ontmanteling. Zodra zeeschepen uit de vaart worden gehaald voor recycling, moet ontmanteling plaatsvinden op een manier die voor zowel mens als milieu verantwoord is. De KVNR is dan ook opgelucht dat het internationale Hongkongverdrag uit 2006 in juli 2023 eindelijk door voldoende landen is geratificeerd. Het verdrag treedt in 2025 in werking. Vanwege het internationale karakter van de bedrijfstak is mondiale regelgeving van groot belang. Het Hongkongverdrag illustreert dat goed.
Stimuleer de arbeidsmarkt voor zeevarenden
In 2023 waren er zorgen over voldoende beschikbaarheid van gekwalificeerde zeevarenden, ook op de langere termijn. In 2023 heeft de KVNR zich met name gefocust op het tekort aan Nederlandse zeevarenden. Wanneer zij stoppen met varen, meestal na 5 à 7 jaar op zee, zijn deze zeevarenden van essentieel belang voor andere maritieme beroepen in Nederland. Daarbij moet bijvoorbeeld worden gedacht aan het rederijkantoor, maritiem onderwijs, scheepswerven, loodswezen. Naast instroom van nieuwe studenten in het maritieme onderwijs, is het ook van belang om huidige zeevarenden een blijvend perspectief te bieden op een maritieme carrière.
Momenteel zijn er 23.819 zeevarenden, waarvan 5.250 met een Nederlandse nationaliteit, werkzaam op de Nederlands gevlagde vloot. Deze cijfers komen voort uit het eerste uitgebreide onderzoek naar de demografische samenstelling van de bemanning op de Nederlands gevlagde vloot, dat de KVNR in de zomer van 2023 heeft uitgevoerd.
Aantal zeevarenden op Nederlands gevlagde zeeschepen
De KVNR was en is bovendien nauw betrokken bij de ontwikkeling van een uitvoeringsprogramma van Nederland Maritiem Land om de maritieme arbeidsmarkt in Nederland te bevorderen. Daarnaast intensiveerde de KVNR de eigen initiatieven om de arbeidsmarkt te promoten. Door jongeren op allerlei manieren te helpen hun weg naar de maritieme opleidingen te vinden. Werken aan boord van zeeschepen betreft een bijzonder vak en vraagt tegelijkertijd veel van mensen.
Als maritiem land, met grote zeehavens, is Nederland een gastland voor veel buitenlandse zeevarenden. Om deze zeevarende ook aan de wal te kunnen ontvangen spelen zeemanshuizen een fundamentele rol. Zeemanshuizen functioneren als een ‘huiskamer’ waar de zeevarenden even weg kunnen zijn van hun werkplek, in contact kunnen komen met anderen en beschikken over allerlei recreatieve voorzieningen zoals sportfaciliteiten. De KVNR vindt daarom dat er een structurele financiering van de zeemanshuizen moet komen. De huidige financiering is namelijk niet toereikend. Rederijen dragen in de havens havengeld af en volgens de KVNR zou een klein deel van die afdracht kunnen worden ingezet voor de structurele financiering van de zeemanshuizen.