In Nederland staat in Burum een satellietgrondstation dat in de 3,5 GHz-frequentieband de signalen van de C-band-satellieten ontvangt en doorstuurt aan netwerken op land. De Europese Unie heeft de 3,5 GHz-band aangewezen voor de uitrol van de draadloze 5G-breedbandnetwerken in Europa (uitvoeringsbesluit 2014/276/EU).
De Nederlandse redersvereniging (KVNR) begrijpt het belang van de uitrol van 5G. Tegelijkertijd is de KVNR bezorgd dat door een vrijgave van de 3,5 GHz-frequentieband zonder nadere maatregelen de voor de veiligheid van de scheepvaart essentiële satellietcommunicatie in gevaar komt. Zeker gezien de ontwikkeling van autonoom varende schepen, waar uitval of verstoring van satellietcommunicatie tot rampen kan leiden.
In overweging 3 van uitvoeringsbesluit 2014/276/EU is bepaald dat “de bestaande inzet van diensten niet mag worden geraakt”, wanneer een EU-lidstaat machtigen verleent voor het gebruik van de 3400-3800 MHz-frequentieband. Artikel 2 benoemt “de onverminderde bescherming en de voortgezette exploitatie van ander bestaand gebruik in de band.” De adequate werking van het satellietgrondstation in Burum mág daarom eenvoudigweg niet in gevaar komen.
Wat is de oplossing?
De KVNR roept de Nederlandse overheid ertoe op om bij de uitrol van het 5G-netwerk in Nederland recht te doen aan het EU-uitvoeringsbesluit 2014/276/EU waarin staat dat ander bestaand gebruik van dezelfde frequentieband als 5G beschermd en voortgezet moet worden.
De maritieme satellietcommunicatie voor de internationale zeescheepvaart mag niet in gevaar komen. Nederland moet daarom eerst – zoals de EU verlangt - alles in het werk stellen om ruimte op de 5G-frequentieband te blijven geven voor het satellietgrondstation in Burum (co-existentie) of – als het echt niet anders kan - een verhuizing van het satellietgrondstation van Inmarsat naar een andere, geschikte plek in Europa regelen.