In het Internationaal Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee (‘SOLAS-verdrag’), hoofdstuk IV (radioverbindingen), deel B (verplichtingen van verdragsluitende landen), voorschrift 5 (voorzieningen voor radiocommunicatiesystemen) staat dat “elke Verdragsluitende Regering zich ertoe verbindt, naar zij praktisch en noodzakelijk acht, hetzij individueel hetzij in samenwerking met andere Verdragsluitende Regeringen, passende voorzieningen aan wal te treffen voor radiocommunicatiesystemen via de ruimte of via de aarde (..).”
In overweging 11 van uitvoeringsbesluit 2019/235/EC is bepaald dat “het rechtskader voor het gebruik van de 3 400-3 800 MHz-frequentieband zoals vastgelegd bij Beschikking 2008/411/EG ongewijzigd moet blijven in termen van de garantie op voortgezette bescherming binnen de band van andere bestaande diensten dan terrestrische elektronische communicatienetwerken. Met name moeten grondstations voor vaste satellietdiensten (ruimteaarde), als ze in de band behouden blijven, voortgezette bescherming krijgen door passende coördinatie tussen deze systemen en draadloze breedbandnetwerken die op nationaal niveau en ad-hoc worden beheerd."
In EU-uitvoeringsbesluit 2014/276/EU staat dat “de bestaande inzet van diensten niet mag worden geraakt”, wanneer een EU-lidstaat machtigen verleent voor het gebruik van de 3400-3800 MHz-frequentieband. Artikel 2 benoemt “de onverminderde bescherming en de voortgezette exploitatie van ander bestaand gebruik in de band.”
Nederland kan daarom als partij bij het internationale SOLAS-verdrag en als toonaangevende IMO-lidstaat (IMO-raadslid) en als EU-lidstaat de adequate werking van het satellietgrondstation in Burum niet in gevaar brengen.
Wat is de oplossing?
De KVNR roept het ministerie van Economische Zaken en Klimaat ertoe op om bij de uitrol van het 5G-netwerk in Nederland en de wijziging van het Nationaal Frequentieplan recht te doen aan het EU-uitvoeringsbesluit 2014/276/EU waarin staat dat ander bestaand gebruik van dezelfde frequentieband als 5G beschermd en voortgezet moet worden.
De maritieme satellietcommunicatie voor de internationale zeescheepvaart mag niet in gevaar komen. Nederland moet daarom eerst – zoals de EU verlangt - alles in het werk stellen om ruimte op de 5G-frequentieband te blijven geven voor het satellietgrondstation in Burum (co-existentie) of – als het echt niet anders kan - een verhuizing van het satellietgrondstation van Inmarsat naar een andere, geschikte plek in Europa regelen.