In 2021 heeft het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, in afstemming met het ministerie van Financiën, de maritieme fiscale regelingen door Deloitte laten evalueren.
Het evaluatierapport is in 2022 door de minister van Infrastructuur en Waterstaat naar de Tweede Kamer gestuurd. De conclusie van Deloitte is dat de tonnageregeling en de afdrachtvermindering zeevaart voorwaardelijk zijn voor het bestaan van een Nederlandse vloot en een Nederlands maritiem cluster. Om de mondiale concurrentie aan te kunnen, wordt eveneens door Deloitte de aanbeveling gedaan om de reikwijdte van de tonnageregeling te verruimen naar schepen werkzaam in de offshore industrie.
In februari 2023 heeft de Tweede Kamer ook nog eens een motie aangenomen, ingediend door Chris Stoffer (SGP), die de regering opdraagt de schepen actief in de offshore volledig onder de reikwijdte van de tonnageregeling en de afdrachtvermindering zeevaart te brengen. Uiteraard moet een en ander binnen de Europese staatssteunkaders worden uitgewerkt.
De tonnageregeling is dus toe aan groot onderhoud. Op dit moment kan de tonnageregeling worden toegepast op schepen die transportactiviteiten verrichten en een aantal specifiek benoemde type schepen. Vanwege technologische ontwikkelingen en de maatschappelijke behoefte, pleit de KVNR ervoor dit om te draaien waardoor alle zeeschepen in principe onder de regeling vallen. Voor specifieke schepen of activiteiten die er niet onder moeten vallen, wordt een met de sector afgestemde lijst van niet kwalificerende schepen gehanteerd.