Om de mondiale concurrentie het hoofd te bieden vanuit Europa met daarbinnen Nederland is een robuust en aantrekkelijk vestigingsbeleid nodig. Startpunt is een gelijk speelveld. Niet alleen als het gaat om economische, financiële en fiscale regelingen, maar ook op gebied van internationaal werkende wet- en regelgeving zonder een nationale kop.
Het maritiem werkprogramma 2018 – 2021 bevat een aantal concrete speerpunten voor de zeescheepvaart, waaronder het verbeteren van het scheepsregister en alternatieve financieringsmogelijkheden.
Alternatieve financieringsmogelijkheden
Uitbreiding van de financieringsmogelijkheden en verbetering van toegang tot concurrerende financiering is voor reders essentieel om internationaal te ondernemen. Daarbij gaat het zowel om verlenging van financiering als om financiering voor nieuwbouw. Bancaire financiering is een onderdeel van het palet. Afgelopen paar jaar is het aantal mogelijkheden uitgebreid met o.a. het fonds van NESEC en Invest NL. Daarnaast heeft Atradius Dutch State Business het instrumentarium zo aangepast dat er ook mogelijkheden zijn voor de zeevaart.
Hoewel dit relevante stappen zijn, is de impact vooralsnog vooral voor het MKB beperkt. Belangrijkste aandachtspunten betreffen de mate waarin Invest NL openstaat voor projecten van Nederlandse reders, het beschikbare kapitaal bij Nederlandse banken voor de zeevaart en de ontwikkeling van nieuwe (private) fondsen met focus verduurzaming en/ of het MKB. Overheidsgaranties en Europese middelen zoals de Europese Investeringsbank en InvestEU kunnen daar zeker een rol bij spelen.
Maritieme Autoriteit
De minister van Infrastructuur en Waterstaat heeft in november 2020 een principebesluit genomen tot oprichting van een maritieme autoriteit, die onder directe aansturing komt van het Directoraat-Generaal Luchtvaart en Maritieme Zaken (DGLM). Een maritieme autoriteit moet met o.a. sterkere dienstverlening beter tegemoetkomen aan de klant, de reders, en op deze manier bijdragen aan een gunstig Nederlands vestigingsklimaat.