De besluitvorming over de STCW-erkenning van de Filippijnen ligt bij de lidstaten van de Europese Unie en vindt plaats op basis van een voorstel van de Europese Commissie. Dat voorstel zal mede zijn gebaseerd op bevindingen van het European Maritime Safety Agency (EMSA) na meerdere bezoeken aan de Filippijnen in de afgelopen jaren. Daarbij zijn door EMSA zorgen geuit over het toezicht op de kwaliteit van het zeevaartonderwijs en de afgifte van vaarbevoegdheden. In reactie hierop wordt door de Filipijnse overheid gewerkt aan hervormingen van het systeemtoezicht. De lidstaten kunnen alleen bij gekwalificeerde meerderheid het voorstel van de Commissie overnemen of afwijzen.
Mocht onverhoopt de erkenning van de Filippijnen worden ingetrokken, dan geldt dit voor de gehele Europese Unie. Lidstaten mogen hier niet individueel van afwijken. Bij intrekking van de STCW-erkenning blijven reeds afgegeven erkenningen van individuele vaarbevoegdheden geldig tot het einde van de looptijd van de betreffende erkenning. Dat is maximaal vijf jaar en de erkenning van de vaarbevoegdheid geldt alleen voor de lidstaat die deze heeft afgegeven en is niet overdraagbaar binnen de EU.
Hoewel de bovengenoemde overgangsregeling een rederij de ruimte biedt om niet acuut afscheid te hoeven nemen van Filipijnse kapiteins en officieren, biedt deze geen ruimte meer voor ophoging van bevoegdheden (promoties) en het als officier in dienst nemen van nu aan boord zijnde stagiairs. Intrekking van de erkenning zal onvermijdelijk ertoe leiden dat een rederij afscheid moet nemen van Filipijnse kapiteins en officieren die al jaren bij deze rederij actief zijn en een wezenlijk onderdeel uitmaken van het kwaliteits- en veiligheidsmanagement van de rederij.
Als de EU zou besluiten de STCW-erkenning van de Filippijnen in te trekken leidt dit tot grote problemen voor de Europese zeescheepvaart. Het is niet mogelijk om het tekort aan Filipijnse kapiteins officieren op te vullen met kapiteins of officieren uit Nederland, de EU of van buiten de EU, simpelweg omdat ze niet op de arbeidsmarkt beschikbaar zijn en ook niet op korte termijn kunnen worden opgeleid.
Door de ontwikkelingen in Rusland en Oekraïne is er momenteel sprake van een zeer onzekere arbeidsmarkt voor Russische en Oekraïense kapiteins en officieren. Intrekking van de erkenning van de Filipijnen zal dan ook tot een regelrechte crisis leiden op de arbeidsmarkt voor kapiteins en officieren voor schepen onder de vlag van een EU-lidstaat.
Ten gevolge van het intrekken van de Europese erkenning zal een substantieel deel van zowel de Nederlandse als de Europese vloot worden geraakt. Dit kan ertoe leiden dat rederijen met schepen onder een Europese vlag worden gedwongen uit te vlaggen naar een niet EU-vlag. Dan kunnen deze schepen gewoon met Filipijnse kapiteins en officieren bemand blijven en komt de bedrijfsvoering niet in gevaar. Alleen dan zullen de goederenstromen naar en van en binnen Europa niet ernstig verstoord worden. En alleen dan zullen er geen leveringsproblemen en tekorten/hogere prijzen/inflatie ontstaan.