Sinds 1 januari 2010 wordt btw geheven in het land van vestiging van de afnemer van de dienst. Lidstaten mogen vrijstelling van btw verlenen voor diensten die samenhangen met het vervoer van personen, voor zover het vervoer van deze personen is vrijgesteld.
In het huidige btw-regime is intra-EU passagiersvaart in vrijwel alle lidstaten vrijgesteld van btw. Reden hiervoor dat is dat het belasten hiervan in de praktijk als ondoenlijk wordt beschouwd. Intra-EU passagiersvaart behelst de trajecten van een internationale cruisevaart tussen EU-havens.
Op grond van de Europese Btw-richtlijn zijn de levering van nieuwe zeeschepen en de levering van goederen en diensten aan zeeschepen, zoals bevoorrading en bunkering, vrijgesteld van btw. In Nederland is dit uitgewerkt in het nultarief, zodat het recht op vooraftrek blijft bestaan. Het Europese Hof van Justitie heeft echter bepaald dat het zeeschip ook daadwerkelijk op volle zee moet worden gebruikt.
Voor de heffing van btw geldt voor restaurant- en cateringdiensten aan boord van schepen een vrijstelling in de Europese Btw-richtlijn, mits deze diensten tijdens het vervoer worden verricht. Nederland heeft gekozen voor toepassing van het nultarief.
De verkoop van goederen en het leveren van diensten aan boord van een zeeschip dat op volle zee vaart en een internationale reis maakt, zijn vrijgesteld van btw. Dit geldt in praktisch alle lidstaten van de EU. De KVNR pleit, samen met ECSA, CLIA Europe en INTERFERRY voor behoud van deze vrijstelling.