Reders en hun bemanning hebben de wettelijke plicht mensen in nood op zee te hulp te schieten. Onderdeel van die assistentie kan zijn dat de kapitein besluit deze mensen aan boord te nemen. Een belangrijk punt daarbij is dat het schip de vluchtelingen kan afzetten in een veilige haven. Voor het centrale Middellandse Zeegebied gelden de volgende problemen. De huidige onwillige houding van Italië om vluchtelingen op te nemen en de positie van Libië als land met een actieve kustwacht maar ook met een onveilige status, zorgen ervoor dat een schip met bootvluchtelingen aan boord moeite kan hebben deze mensen te ontschepen. Bovendien bestaat het risico dat de bootvluchtelingen zich om welke reden dan ook niet tevreden zijn met de haven of het land waar zij moeten ontschepen. Dit kan een onveilige situatie aan boord tot gevolg hebben.
Via de Europese redersvereniging ECSA en de internationale redersvereniging ICS heeft de KVNR meerdere malen aandacht gevraagd voor deze problematiek. Reders en hun bemanning willen enerzijds mensen in nood helpen. Anderzijds is het niet de bedoeling dat de koopvaardij in de problemen komt, omdat de Europese landen geen knopen doorhakken over de aanpak van de vluchtelingenproblematiek.
De KVNR vindt het een taak van de gezamenlijke Europese overheden om voor de bootvluchtelingenproblematiek een blijvende oplossing te vinden, waarin rekening wordt gehouden met de humanitaire factor en de situatie van de koopvaardijschepen.
Het is daarom noodzakelijk dat Frontex goed blijft opereren, zeker nu EU NAVFOR geen ondersteuning meer biedt. Zoveel mogelijk bootvluchtelingen moeten tijdig gesignaleerd en gered worden door daarvoor getrainde en uitgeruste eenheden.